Wintertuinplein, 19 mei 2025
Psst…Lina,
Heb je de afgelopen dagen nog iets meegekregen van het Eurovisiesongfestival? Jong geleerd is oud gedaan, lijkt me in jouw geval. Als je papa ook mag helpen om een nieuwe kast in elkaar te zetten – ik heb dat filmpje gezien, goed hoor! – zijn er voor jou nog heel wat meer leuke dingen om te leren. Zoals muziek maken.
Dat festival is namelijk een internationale liedjeswedstrijd. Wordt elk jaar in mei in een bepaald land, meestal in Europa, uitgezonden op de televisie en tegelijk door tientallen andere landen overgenomen. Per land zingt dan een vrouw, man of een hele groep mensen een speciaal voor het festival geschreven lied. Eerst tijdens twee halve finales waar een tiental landen moet afvallen en dan in de finale waar de winnaar uit de bus komt.
Wie het festival het laatst heeft gewonnen mag de eerst volgende aflevering organiseren. Vandaar dat Zwitserland nu aan de beurt was en met name de stad Basel, met een concertzaal waar 6500 mensen rechtstreeks konden reageren en een naburig stadion waar 36.000 mensen extra konden meekijken.
Ik had het maar al te graag samen met jou willen zien, want je hoeft niet alles wat er wordt gezegd en gezongen te verstaan, muziek gaat regelrecht naar je hart en dan maakt het niet uit hoe oud je bent. Waarom zou jij er niet uit kunnen halen wat mooi is en leuk of – voor mijn part – akelig en stom? Neem maar van mij aan dat er zoveel gebeurt in die zaal en de mensen zo enthousiast zijn dat je vanzelf de smaak te pakken krijgt. Het festival bestaat al bijna zeventig jaar en ik heb nog steeds liedjes in mijn kop uit de eerste jaren, toen het nog niet zoveel voorstelde.
Weet je dat ik stilletjes hoopte dat je van andere kinderen in de opvang (of de juf!) het liedje zou horen dat Nederland dit jaar heeft ingestuurd en dat je dan met de naam van de zanger (Claude) of de titel van zijn lied (C’est la vie) thuis zou komen om te vragen of je zaterdag mocht opblijven voor de finale? Maar dat is achteraf gezien een beetje gek, volgende keer beter.
Het grootste en mooiste dat ik van mijn ouders heb meegekregen voor mijn hele leven is eigenlijk, als ik er goed over nadenk, muziek. Van Italiaanse opera tot Weense walsen en het Gregoriaans in de kerk en van Duitse schlagers tot Johnny Jordaan, Corry Brokken en niet te vergeten de merengue ofwel schuiffie-schuiffie (vaste prik op de verjaardagen van grote mensen!)
Dat je je eigen stem altijd bij je hebt en dat je die dus kunt inzetten waar en wanneer jij dat wilt, leerden we al tijdens de lange autoritten naar opa en oma in het verre oosten, met privé-tophits in de trant van Het zonnetje gaat van ons scheiden. Mijn vader was niet voor niets, met accordeon, gangmaker op bruiloften en partijen en het sprak vanzelf dat wij thuis een piano hadden staan.
Verder dan een huisband op zondagen, als tegenwicht voor het harmonium van de buren, hebben we het nooit geschopt. Maar je hoeft niet per se beroeps te zijn om van muziek te genieten en, als het even kan, anderen te laten meegenieten,
je grootvader, die het zeer zou toejuichen, als dit laatste ook voor jou was weggelegd.