Alex. B-9

Als ruimschoots volwassen persoon van het mannelijk geslacht ben ik langzamerhand gewend midden in de nacht het bed uitgejaagd te worden om naar de wc te gaan. Een onaangename onderbreking van de nacht, ja, maar tegelijk – in meer positieve zin – een memento mori. Nog afgezien van het simpele gegeven dat je op die manier een nat pak bespaard blijft.

Wakker worden van de pijn daarentegen is van een heel andere orde. Ik had wel weet van pijn als gevolg van een ongeluk of aandoening, dus iets van voorbijgaande aard, maar wat me de afgelopen week overviel en vannacht opnieuw wees op een verschijnsel van blijvende aard. Artrose schijnt het te heten, dat wil zeggen verzuring en geleidelijke afbraak van kraakbeen tussen botten en gewrichten. 

Helaas – en volgens mij heel begrijpelijk omdat het zo geleidelijk ging – heeft mijn geheugen de opkomst en het verloop van de aandoening niet zo precies opgeslagen. Maar ik vermoed dat ze me al parten speelde op Bonaire, zo niet eerder in Paramaribo, en begonnen is in mijn rechterhand. 

In ieder geval is sinds mijn feitelijke remigratie, twee jaar geleden, vooral mijn linkerhand het kind van de rekening. Waarom is me een raadsel, want ik ben rechts en ik heb sterk de indruk dat zowel medische specialisten als beunhazen met een verdienmodel van mening verschillen over de oorzaken. 

Onder invloed van ervaringsdeskundigen in eigen kring beschouw ik het als een veel voorkomend verschijnsel tijdens het proces van veroudering. Als je geluk hebt of erg je best doet, is dat proces geen slepende en slopende aangelegenheid. Maar vroeg of laat verzuipen we allemaal. 

Vandaar dat ik er nooit zo mee te koop heb gelopen. Zolang de pijn  

draaglijk bleef en niet ontaardde in een obsessie, deed ik mijn dagelijkse oefeningen om fit te blijven en wilde ik graag geloven dat extra aandacht voor de handen en vingers – de tennisbal in een ouwe sok is thuis nooit ver weg – me verlichting zou brengen. 

Zo zag ik het afgelopen voorjaar ook onvoldoende reden om mijn huisarts expliciet op het probleem te attenderen, toen ik een uitgebreide gezondheidsverklaring moest overleggen. Ik zou het mezelf nooit hebben vergeven, als vanwege dit gebrek de reis niet was doorgegaan.

Des te harder kwam de klap aan, al in de derde of vierde nacht na mijn vertrek. Aanvankelijk had ik niet eens door wat me wakker hield. Ik vloog als een kip zonder kop door de twee kamers en probeerde lukraak mijn lijf tot ontspanning te dwingen. Maar de hand bleef tieren en de middel- of ringvinger voelde ready for take-off. 

Vaag was ik me bewust van een pavlovreactie in de trant van gevouwen handen en het Onzevader op de lippen, want het was  pas enkele jaren geleden dat ik de barmhartige God van mijn ouders definitief de rug had toegekeerd. Pas toen ik over de eerste schrik heen was, schoot het woord paracetamol me te binnen. Die had ik – gewoontegetrouw – bij het inpakken vastgehad! 

Twee pillen waren voldoende om de slaap terug te vinden en de volgende morgen was het incident voldoende verdrongen om me geen zorgen te maken over een terugkeer van het euvel. Er ging zelfs geen lichtje branden over symptoombestrijding als de meest gangbare vorm van zelfbedrog.

Blijkbaar had ik vannacht een nieuwe waarschuwing nodig, om me scherp te houden. Al was de schok nu minder heftig dankzij de herkenbaarheid. En, een ander pluspuntje, omdat ik de kans kreeg een andere pijnstiller te beproeven. Met succes. Dus mij hoor je voorlopig niet meer over de nefaste gevolgen van alcohol.

Tijdens het middageten valt me op dat de conversatie aan de twee andere tafels anders dan anders klinkt. Een hoger decibelgehalte, andere intonatie en vooral meer passie. Maar de ondertoon is en blijft bloedserieus. Zou het lachen mijn disgenoten nu helemáál vergaan zijn? 

Ik tast zoals gewoonlijk in het duister en mijn fantasie gaat richting oorlog. Sinds het begin, 24 februari 2022, heb ik die gevolgd en voor het eerst ben ik voor langere tijd verstoken van nieuws. Er moeten mensen aan boord zijn die enigszins bijhouden wat daar gaande is. Zeker als sprake is van de een of andere doorbraak.  

Ik kan allicht weer eens iemand aanspreken op de brug. Laat in de middag kan ik bij Viktor terecht, maar ik neig nog altijd meer naar  de Oekraïners. Zó ingewikkeld hoef ik het niet te maken: er werd beneden druk gepraat tijdens het eten, maar ik kon het niet volgen, is er soms iets bijzonders gebeurd in de oorlog?

Van lezen is niets meer terechtgekomen. Kon mijn ogen gewoon niet openhouden en heb me als een zoutzak in mijn kooi laten vallen. Moet ik misschien vaker doen. Een heel uur buiten westen geweest en geen moment aan mijn hand gedacht. Als ik nu snel naar boven ga, kan ik ook nog fietsen vandaag. 

De opvolger van Vlad, in z’n eentje. Komt goed uit, kan ik alsnog fatsoenlijk kennismaken. Zijn naam klinkt als de naam van het schip. Een betere binnenkomer had ik niet kunnen verzinnen. 

Hij wordt wel anders gespeld, zegt hij erbij. Ook anders dan in het Russisch, maar dat kan ik beter aan de Chief Engineer vragen, die weet daar alles van.

Nee, hij heeft de anderen niet gezien in de mess, dus hij weet niet waar dat gesprek over ging. Mijn vermoeden dat ze het over de oorlog hadden, brengt slechts een schamper lachje teweeg en een hoofd dat nee schudt. Als ik er zo ver naast zat, ga ik hem daar niet over uithoren. Althans niet nu. 

Hij is sowieso uit een ander hout gesneden dan Vlad. Verre van de man die aandacht nodig heeft en om een praatje verlegen zit. Bovendien windt hij er geen doekjes om dat ik hem stoor in zijn werk. Wegwezen dus!

“Leg mij nou eens uit waarom je zó op vakantie gaat. Wat is daar leuk aan?” vraagt Viktor, nadat hij me van koffie heeft voorzien en is doorgegaan met het aanleggen van een nieuwe voorraad sjekkies. 

Het is even slikken, want zo direct ken ik hem niet. Of doet hij een verwoede poging om de afstand te overbruggen die anderen ook op hun klompen aanvoelen maar niet onder woorden kunnen brengen?

Als ik deze handschoen laat liggen, ben ik geen knip voor de neus waard. Blijkbaar heeft hij vergeleken met zijn voorganger van vanmiddag wél alle tijd van de wereld. Het is trouwens een vraag die ik ook mezelf vaker zou mogen stellen: waar ben ik nou eigenlijk mee bezig?

Ik begin bij mijn jeugd, toen de liefde voor de zee inclusief het strand me met de paplepel werd ingegoten, vertel over de  schepen en zeeën die ik in mijn studietijd leerde kennen en noem de wereldreis een absoluut hoogtepunt in mijn ervaring met de zeevaart. Maar merk al gauw dat het weinig indruk maakt. 

Zit ik op een verkeerd spoor, vindt hij wat ik zeg lariekoek, is zijn ‘zee’ soms de mijne niet? 

Ik neem nog een slok van mijn koffie en besluit tot een wedervraag: “Heb jij je hele leven op zee gezeten?” 

Nu heb ik hem tuk. Hij strijkt over zijn kalende kruin en grijnst. 

“Dat mag je wel zeggen, ja. Langzaam opgeklommen, kom uit de Oeral, weinig scholing. Maar ik wist van aanpakken.”

Natuurlijk is hij ook verslingerd aan de zee, maar anders. Per slot van rekening is het zijn broodwinning en met zijn eigen minisportschool heeft hij het op dit schip helemáál voor elkaar.

Maar ik dacht toch niet dat hij zoveel geld zou uitgeven aan een vakantiereis als ik had gedaan! Om wat te doen? Zijn vrouw is dol op de bergen en daar voelt hij zich ook het meest thuis. En dat mag best een cent kosten, Slovenië of zo. Dat doen ze elk jaar, samen.

Verder heeft hij op de wal niet veel te zoeken. Ik moest eens weten  hoeveel armoede er nog bestond in Rusland. Het pensioen van zijn moeder is nog lager dan in de sovjettijd. De mensen op het platteland hadden het vóór de revolutie heel wat beter. Zo’n  grootgrondbezitter zorgde tenminste goed voor ze, reken maar. 

En moet je zien hoe die meiden er tegenwoordig bij lopen, ja ook bij ons. Daar worden die Arabieren helemaal gek van! Ik bedoel die gasten bij jullie die niet willen werken maar wel de boel op stelten zetten. Weet je dat niet meer, een paar jaar geleden, in Duitsland?

Eén reactie op “Alex. B-9”

  1. Romeo avatar
    Romeo

    Ik ben wel reuze benieuwd hoe de schrijver het voor elkaar krijgt “God de rug toekeren” Als God alomtegenwoordig over al is lukt het volgens mij zelfs een struisvogel met zijn kop in het zand niet. Of is dat nou net – de- manier om God de rug toe te keren ? 😉 🙂

Privacyoverzicht

Deze site maakt gebruik van cookies, zodat wij je de best mogelijke gebruikerservaring kunnen bieden. Cookie-informatie wordt opgeslagen in je browser en voert functies uit zoals het herkennen wanneer je terugkeert naar onze site en helpt ons team om te begrijpen welke delen van de site je het meest interessant en nuttig vindt.

Strikt noodzakelijke cookies

Strikt noodzakelijke cookie moet te allen tijde worden ingeschakeld, zodat we je voorkeuren voor cookie-instellingen kunnen opslaan.