Alex. B-7

De Russische invasie staat in mijn geheugen gegrift. Ik zie me nog ijsberen in de studio op de Punt Vierkant van Bonaire, waar ik de laatste maanden vóór mijn terugkeer naar Europa doorbracht. Ik had het waarschijnlijk opgevangen bij de NPS, destijds mijn belangrijkste  bron van buitenlands nieuws.

Ik voelde op mijn klompen dat het geen louter regionale aangelegenheid was en zeker niet van voorbijgaande aard, zoals de annexatie van de Krim in 2014. Hoewel ik de voorgeschiedenis niet op de voet had gevolgd, koos ik zonder meer voor Oekraïne en de regering die daar op dat moment aan de macht was. 

Pas toen ik later dat jaar in Nederland was geland, begon de oorlog voor  mij echt te leven. Tegelijkertijd moest ik echter, met veel moeite, zorgen het hoofd boven water houden in een nieuwe levensfase. Zodoende waren zelfs de grote aantallen vluchtelingen uit Oekraïne een ver-van-mijn-bedshow. 

Wie had gedacht dat deze reis daar verandering in zou brengen? Ik wilde domweg weer eens het zeegat uit en de oceaan op, afstand nemen van de overbevolkte neurotische bubbel aan de Noordzee en spannende havensteden bezoeken. Maar werd zonder pardon opgescheept met een stel Oost-Europeanen. Nota bene Oekraïeners en Russen tegelijk! 

Ik kon ze niet eens uit elkaar houden, was gevoelsmatig vóór de een en tegen de ander, maar wist me geen raad met de onderlinge verschillen en besef nu pas dat ik moet handelen naar bevind van zaken. Ieder van hen, letterlijk en figuurlijk, voor zichzelf laten spreken. Dan mag ik dat ook van hen verwachten. 

Zo mocht ik me gelukkig prijzen dat iemand zich in een typisch messgesprek – ik aan mijn tafeltje en de ander(en) staande – over de juiste manier om smakelijk eten te zeggen liet ontvallen: “O, we dachten dat u een Duitser was.”

Wat ik sowieso beter uit mijn hoofd kan zetten is dat de oorlog hier dagelijkse kost is  Ik krijg steeds meer de indruk dat ‘men’ er liever niet aan herinnerd wil worden. Vlad was daar in het begin, toen hij me moest rondleiden, heel duidelijk over. Hij zag dankzij deze baan eindelijk weer perspectief en als zijn vriendin elders meer kans zou krijgen op een baan, als tatoeëerder, zouden ze wéér verhuizen, maar hoe dan ook  Oekraïne uit de weg gaan.  

Het was zonder meer een afknapper, toen ik na Antwerpen ontdekte dat hij was afgestapt. Alsof ik een vriend had verloren. Vervangen, begreep ik, want ik zag een nieuwkomer lopen in het gezelschap van André, de derde stuur. Ook een twintiger, schat ik, maar niemand stelde hem aan me voor. Zal hem wel  terugzien op de brug, ben benieuwd.

Mijn eerste zondag op zee. Extra veel vlees met het middageten en tweekleuren-ijs. Het is goed te merken dat iedereen vrij is, behalve de wacht op de brug en misschien iemand in de machinekamer. 

Dit moet het Kanaal zijn, dus het Nauw van Calais voorbij en geen krijtrots gezien. Wilde vanmiddag een stil plekje zoeken op een of ander dek in de buurt, om te lezen. Maar de schrale zon heeft plaatsgemaakt voor onvervalste zeevlam. De oceaan maakt de dienst uit: te weinig wind, te veel waterdamp.

Dan maar fietsen in de gym. Kan daar altijd terecht, geloof niet – gezien de meterstanden – dat anderen gebruik maken van mijn favoriete toestel. Met zeebenen ga je blijkbaar niet op de fiets, maar wat zouden ze dan wél doen?

Dat was ook een vraag van Sergey, een elektricien en evenmin als Viktor op z’n mondje gevallen: “Hoe komt het dat oudere mannen er bij jullie nog zo goed uitzien?” 

Een schot voor open doel natuurlijk. Tegelijk, dacht ik, een preek voor eigen parochie, want gezien zijn figuur en de vrijetijdskleren die hij aantrekt lijkt hij de enige officier – naast André – die ’s morgens wat langer in de spiegel kijkt. 

Mijn dagelijkse oefeningen in de hut zijn vooral een kwestie van de boel een beetje soepel houden en kosten me nauwelijks zweetdruppels. Het fietsen des te meer en wat is gemakkelijker om iets aan je conditie te doen! Al mag ik al dat trappen lopen ook best meerekenen. 

Pas na de gym dringt tot me door dat het schip geen knopen meer maakt. Midden op zee, zoals de afgelopen week in de buurt van Rotterdam. Een goede reden om me weer eens op de brug te laten zien. 

Ik weet van Viktor dat hij daar dagelijks vanaf vier uur te vinden is, maar daar ga ik niet op wachten. Als ik niet welkom ben, is er nog geen man over boord. 

“We moeten wachten op de loods,” is zijn verklaring. Als de scheepskapitein het zegt, zal het wel waar zijn. Het is de eerste keer dat ik hem onder vier ogen te spreken krijg. Heb best wel, af en toe, geprobeerd hem uit zijn tent te lokken, maar dat lukte nauwelijks. 

Als hij mij aan de tand zou willen voelen of – waarom zou hij dat niet willen – beter leren kennen, had hij het wel gezegd. Zoals die Duitse kapitein op het schip waarmee ik op wereldreis in 1988 het traject Yokohama-Singapore aflegde. Die regeerde met harde hand, had privé hoog op de brug een heel dek tot zijn beschikking, waar ik werd uitgenodigd om iets te drinken en zijn platencollectie te bewonderen, en zette unverfroren in Hongkong een stuur op het vliegtuig, omdat die ’s nachts onder invloed op wacht had gestaan. 

Dit zijn andere tijden, pas je maar aan. Niet geschoten is altijd mis. Bovendien is het me niet vreemd dat ik mensen informatie moet zien te ontfutselen. En ze moeten wel heel goed zijn getraind om niet het achterste van hun tong te laten zien, wil er niet vroeg of laat een opening ontstaan. 

Nee, hij werkt nog niet zo lang op dit schip en in ieder geval veel korter dan de Chief Engineer en de Chief Mate. Hij is ook  pas enkele jaren geleden afgestudeerd. In Oekraïne, ja. Dit is zijn eerste baan als kapitein. Nee, hij woont niet meer in Oekraïne. Ten tijde van de invasie verbleef hij in het buitenland  en daarna heeft hij zich in Polen gevestigd, met zijn gezin. 

Binnen enkele minuten gaat de handrem eraf. Was zijn Engels eerst nog voorzichtig en onzeker, opeens kost het hem geen moeite om kort maar krachtig zijn oordeel onder woorden te brengen over de politieke verwikkelingen in zijn land.

Hij ziet de situatie somber in, maar niet omdat hij de Russen ziet winnen – om wat voor reden of op wat voor manier dan ook   – maar omdat hij geen enkele vertrouwen heeft in de huidige regering. 

“Je moest eens weten wat er allemaal gebeurt dat het 

daglicht niet kan verdragen. Dagelijks komen er treinen het land binnen vol met de nieuwste automodellen.”

Ontstaat er dan geen tegenbeweging, wat doet het parlement?

“Zelensky en zijn kliek houden het land in een ijzeren greep, ook het parlement ja. Ik haat die man!”

En al die steun van buiten af?

“Hij loopt aan het lijntje van de Amerikanen. Ze weten bij jullie best wat er mis is in zijn land, maar ze zien het door de vingers, hebben allemaal hun eigen agenda.”

Privacyoverzicht

Deze site maakt gebruik van cookies, zodat wij je de best mogelijke gebruikerservaring kunnen bieden. Cookie-informatie wordt opgeslagen in je browser en voert functies uit zoals het herkennen wanneer je terugkeert naar onze site en helpt ons team om te begrijpen welke delen van de site je het meest interessant en nuttig vindt.

Strikt noodzakelijke cookies

Strikt noodzakelijke cookie moet te allen tijde worden ingeschakeld, zodat we je voorkeuren voor cookie-instellingen kunnen opslaan.