Alex. B-5

Zit al om acht uur op een zitje aan stuurboord, met mijn nieuwe dag op schoot. De zee beneden kijkt me zwijgend aan. Alsof zij het ook niet meer weet. 

Het heeft niet aan haar gelegen dat onze reis hier al in een vroeg stadium stokte. Integendeel, ze heeft zich discreet teruggetrokken en is nu schijndood als een oester. Eén gepolijste vlakte, tot aan het wolkendek dat de zon geen schijn van kans geeft. Een beetje hengelaar likt daar misschien zijn vingers bij af, maar dat tijdverdrijf heeft me nooit kunnen bekoren. 

Een half uur vóór de telefoon me zou opschrikken, werd ik wakker. Een goed teken dacht ik, in de veronderstelling dat mijn lijf voldoende uitgerust was om zelf een slinger te geven aan de nieuwe dag. Maar al gauw drong tot me door, hoe ik me de voorbije nacht herhaaldelijk had bedwongen om niet wéér te gaan kijken naar de dansende lichtjes aan de overkant van het water. Daar wilde ik zijn: op de wal, in het volle leven. 

Al om half acht zat ik beneden aan tafel. Behalve de kok nog geen mens gezien. Ik vroeg hem of ik deze ochtend de eerste was, maar hij begreep me niet zo goed en antwoordde met de wedervraag of ik hetzelfde wilde eten als de afgelopen dagen. 

Even later kwam Andrii – de derde stuurman – binnen. Zoals gewoonlijk in zichzelf gekeerd, maar zelfs een goeie morgen kon er deze keer niet van af. De stemming aan boord is er niet beter op geworden, dacht ik. Dus ik kon mijn vragen beter voor me houden. Bovendien maakte hij in het zijportaal van de keuken, waar ‘onze’ koelkast en Ricardo’s loket zich bevinden, iets voor zichzelf klaar en was hij snel weer vertrokken. 

In plaats van langs de kortste weg, via de inpandige trappen, terug te keren naar mijn hut, zocht ik de hoofdingang van de brug op het hoofddek. Eenmaal buiten liep ik vanzelf dit looppad op en viel al na de eerste meters mijn oog op deze stalen plank. Precies op zithoogte, aan de zijkant van het ruim, alsof hij voor mij gemaakt was. Geen idee waarvoor wel, ik zit  in ieder geval niemand in de weg. 

Half negen. Scheelde niet veel, of ik was er vanaf gelazerd. Stel  je voor: op onverklaarbare wijze in het gangboord ten val gekomen en kon niet meer recht staan. Dat krijg je met die oudjes die zich nog van alles in het hoofd halen: geeft alleen maar last. 

Ik krijg het koud, geloof dat ik stemmen hoorde en zie nu een lid van de bemanning in oranje plunje mijn kant op komen. Hij groet vriendelijk, in het Engels, en loopt door. Om even later, al uit het zicht verdwenen, weer op te duiken van de andere kant en zich alsnog voor te stellen. 

Jandir, uit Kaapverdië en al een paar jaar werkzaam op dit schip. Heeft dus eerder met passagiers te maken gehad. Als ik iets wil weten of hulp nodig heb, kan ik hem inschakelen. Zie me maar, zegt hij, als contactpersoon van de crew. 

Een reddingsboei om een beetje houvast te krijgen op een kil schip in een onherbergzame zee. Zijn landgenoot Ricardo was al een licht in de duisternis, maar die is hors concours. Moet zorgen dat iedereen, zonder onderscheid, een goed gevoel in zijn maag heeft en werkt het hardst van allemaal. 

Deze man speelt een heel andere rol, zal ook geen ijzer met handen kunnen breken maar wel, als het nodig is, voor zichzelf en anderen opkomen. Voor mij is hij in de eerste plaats een Afrikaan. 

Als ik ooit helemaal binnenstebuiten ben gekeerd, opnieuw opgevoed, geherprogrammeerd en in vele opzichten wijzer geworden, is het wel tijdens mijn eerste lang verblijf ten zuiden van de Sahara in de jaren zeventig. Met alle mogelijke gevolgen, zowel van korte duur en met weinig impact als ingrijpend en bepalend voor de rest van mijn leven.

Op schepen als dit heb ik niet eerder met ‘Afrikanen’ te maken gehad, wel met Aziaten in een vergelijkbare ondergeschikte positie. En hoewel ik later in mijn leven ook heel wat sporen elders in de wereld – zeker in Azië en de Amerika’s – heb nagelaten, is wat ik voor Afrika voel uniek gebleven en onuitwisbaar. 

Geen wonder dat de kennismaking met Jandir me de hele morgen bezighoudt. Er wordt hier apart gegeten, ja. Dat ben ik  gewend, maar je zit mooi weken lang samen op het zelfde schip en kunt elkaar overal tegenkomen. 

Met het oog op de aankomst in Rotterdam kreeg ik een lijst onder ogen, waar ik als passagier ook mijn handtekening moest zetten. Daar stonden zestien andere namen op. Moet ik dan gaan zitten wachten tot ik door de scheepsleiding aan die anderen word voorgesteld? Nee dus.

Ik werk bijtijds de dagelijkse oefeningen af, waar ik vanmorgen vroeg niet aan toe kwam. Om te zorgen dat ik al tegen twaalf uur beneden ben. Als ik dan niet mee-eet bij de crew, kan ik altijd nog aan de andere kant terecht. 

Jandir is er nog niet, constateer ik bij binnenkomst. Hij komt zo, krijg ik te horen. Het is hier eten bij toerbeurt, want er is minder ruimte dan in mijn gedeelte. Ik groet, als er iemand binnenkomt die me vragend aankijkt. Maar geef nog geen hand. Wil eerst Jandir mijn komst uitleggen, dan sta ik vaster in mijn schoenen. 

Hij lijkt me op het eerste gezicht al vergeten, maar dat duurt niet lang. En als ik zeg dat ik niet gelukkig ben met de tweedeling aan boord, weet hij genoeg – met het bekende gebaar van de wijsvinger dwars onder zijn neus – en doet hij zijn woordje bij de kennismaking.  

Na enkele minuten heb ik nog niet iedereen die hier hoort te eten aangekeken, maar dat hoeft ook niet. Ik ben hier zo maar binnengevallen, in de trant van je weet nooit waar het goed voor is. De een zal het waarderen, de ander zijn schouders ophalen. Dus ik bedank Jandir en zeg dat ik nog moet eten, verderop in de gang.

En ja hoor, ik lig nog bij te komen van mijn escapade in de eetruimtes (De kapitein keek op van zijn bord, toen ik langs schuifelde en hem smakelijk eten wenste. Maar wat hij, wellicht, wilde zeggen zal ik nooit weten, want voor ik er zelf erg in had bekende ik in enkele volzinnen, als een voldongen feit, wat ik zojuist in de andere mess had uitgehaald.) en bespeur dat er iets staat te gebeuren met dit gevaarte van 154×24,5 met een hoogte van ruim 30 meter, de schoorstenen meegerekend, dat sinds 2006 in de vaart is voor een Duitse rederij onder de vlag van Antigua en Barbuda. Het kraakt, gromt, piept en kreunt tot in al zijn voegen, als een vulkaan die tot leven komt. Ik kijk en wacht tot zich langzaam bij de achtersteven een spoor vormt en ga dan buitenom naar een lager dek voor een beter overzicht. 

Ik heb de loods zien aankomen en reken uit wanneer ik het beste boven op de brug een kijkje kan nemen en een praatje maken. Ondertussen zie ik in rap tempo – voor zo ver dat mogelijk is met knopen – de kust van de lichtjes bij nacht veranderen in een licht golvend landschap met ferme windmolens.

De man achter zijn eigen knoppentafel is nogal verrast, wanneer ik hem aanspreek. Nederlands op een schip met Engels sprekende Oost-Europeanen! Het is inderdaad, zoals ik vermoedde, de Tweede Maasvlakte waar we op afkoersen. Maar ik ben in mijn algemene ontwikkeling nooit verder gekomen dan het langdurig politiek debat over een geheel nieuwe Rotterdamse haven en wist niet dat die allang volop functioneerde. Dus ik ga helemaal los.

Pas wanneer de specifieke plek voor ons schip in zicht komt, maak ik me uit de voeten. In Hamburg was ik nog te veel met mezelf bezig om het havengebeuren goed tot me te laten doordringen. Nu sta ik er met mijn neus bovenop en ben ik weer even gefascineerd als vroeger door het precisiewerk bij het aan- en afmeren en de wisselwerking tussen menskracht en machinerie bij het laden en lossen. 

Ik heb er ook alle tijd voor, want van passagieren is vandaag geen sprake, heb ik me laten vertellen. De stad is te ver weg en er is ‘gewoon’ geen tijd voor.

Eén reactie op “Alex. B-5”

  1. Romeo avatar
    Romeo

    Wat een rondje 😉

Privacyoverzicht

Deze site maakt gebruik van cookies, zodat wij je de best mogelijke gebruikerservaring kunnen bieden. Cookie-informatie wordt opgeslagen in je browser en voert functies uit zoals het herkennen wanneer je terugkeert naar onze site en helpt ons team om te begrijpen welke delen van de site je het meest interessant en nuttig vindt.

Strikt noodzakelijke cookies

Strikt noodzakelijke cookie moet te allen tijde worden ingeschakeld, zodat we je voorkeuren voor cookie-instellingen kunnen opslaan.