Alex. B-27

In eerste instantie is mijn reactie wéér: dat kloteding, wat zou ik hem graag de nek om draaien. Kwart over zes! Weet het nou nóg niet wat scheepstijd is? Moet verdomme mijn hele lijf verplaatsen om’m uit te schakelen, want het ligt op een kastje in de hoek waar het niet van af kan vallen. Morpheus heeft zijn armen al van me afgetrokken. Heb wel wat beters te doen, zoek het lekker zelf uit! 

Maar tegelijk dringt zich een andere realiteit aan me op, als steun en toeverlaat: iets dat veel machtiger is dan dit bed, dat een eigen leven leidt door dik en dun, dat mijn hartslag overneemt en stoorzenders uitzet, zodat ik in een vloeiende beweging opsta en de gordijntjes zachtjes openschuif. Om me vervolgens te vergapen aan een bombardement van beelden en kleuren, van het brede schuimende spoor dat het schip achter zich laat vanuit de slaapkamer gezien tot – over de berg glimmende containers heen – de horizon splijtende boeg vanuit de zitkamer. En als ik dan aan bakboord die ene patrijspoort openzet, gaan ook mijn andere zintuigen zich te buiten.

Sinds de mededeling in de haven van Tanger dat we in één ruk op weg zouden gaan naar de thuishaven, verschrompelt mijn laatdunkendheid ten aanzien van zeeën en oceanen, zeevaart en zeevarenden. De reis is me herhaaldelijk zwaar gevallen, ja. Verwachtingen kwamen niet uit, verlangens raakten kant noch wal, ik gaf me te snel gewonnen, bleef de kat in een vreemd pakhuis met alle ongemakken van dien. 

Maar aan de zee heeft het niet gelegen. Die bleef zichzelf, dag in dag uit aanwezig, in al haar gedaanten en uitingen trouw en herbergzaam. Je houdt van haar of je wijst haar af, geen tussenweg mogelijk. Wat dat betreft is sluipenderwijs, heb ik ontdekt, één ding faliekant mis gegaan. De zee was en bleef vanaf de Elbe een zee op afstand. Op geen enkele manier en geen enkel moment was sprake van direct lichamelijk contact en dan kan vervreemding niet uitblijven. Met andere woorden: ik werd op afstand gezet en gaf geen krimp, met als gevolg dat de zee iets kreeg van raak-me-niet-aan. 

Maar dat wilde ik helemaal niet, noch het een noch het ander! Ik heb haar gewoon hartstikke gemist, tot in alle uiteinden en aanhangsels van mijn lijf, de duizenden poriën van mijn huid en alles wat daaronder zit. Hoe is het mogelijk dat ik dat niet eerder tot me is doorgedrongen, hoe vaak heb ik niet blijk gegeven van die aantrekkingskracht?

Het is al in mijn jeugd begonnen, misschien wel aangeboren. Ondanks het feit dat mijn ouders niet konden zwemmen was strand mét zee een vanzelfsprekend en constant onderdeel van hun opvoeding. Sindsdien is het gevoel alleen maar sterker geworden en heeft het ook allerlei vormen aangenomen. 

Mijn wedergeboorte in de tropen, in de jaren zeventig, markeerde een nieuw hoofdstuk. Met de Oysterbay in Dar e Salaam als startschot, want daar, aan de bewegelijke voet van de Indische Oceaan, leerde ik pas echt wat het betekent dat je je verenigt, één wordt met de zee. Uren – de temperatuur was geen bezwaar, integendeel, de nieuwe biotoop des te opwindender – zwierf ik daar rond, vooral bij laag water wanneer mijn actieradius reikte tot het rif. 

Ontelbare andere plekken in alle continenten zijn daarop gevolgd, tot ik als emigrant in Suriname de kous op de kop kreeg. Afgezien van een handvol vissers en liefhebbers van zeeschildpadden, was daar een natuurlijke omgang met de zee, laat staan onverbloemde affectie ver te zoeken. Mijn landgenoten in die jaren moesten er niets van weten, verliefd als ze waren op zwarte kreken en rivieren met zoet water. Gelukkig heb ik die plooi de afgelopen jaren recht kunnen trekken op Bonaire. Als openbaar lichaam van het Koninkrijk der Nederlanden mankeerde er van alles aan, maar de onderwaterwereld mocht er zijn. Als ik me juist daar niet zo vaak en zo tomeloos had kunnen geven en uitleven, was ik er veel eerder vandoor gegaan.

Dus de ijver en gretigheid waarmee ik de afgelopen weken probeerde aan de wal mijn benen te strekken was niet in de laatste plaats ingegeven door het vooruitzicht dat ik dan op enig moment de zee zou kunnen aanraken, voelen en in me opnemen. Al was het slechts met mijn tenen én om even de onvermoeibare Johnny Hoes met zijn Daar mag je alleen maar naar kijken (en zo voort) de mond te snoeren. 

Dat ons een nieuwe eerste stuurman moest worden toegezonden, hadden ze niet beter kunnen timen. Nu het eind in zicht komt en ik me voorneem nog een keer alles op alles te zetten. Al bij de kennismaking, in de mess, kwam hij op me over als een frisse wind die we met z’n allen goed konden gebruiken. Een beginnende vijftiger, schatte ik, een jong gezicht dat me recht in de ogen keek en een man van de wereld die je om een boodschap kon sturen. 

 Misschien zit er wel, van de rederij uit gezien, een systeem achter. Dat je het beste ook tussentijds, dus niet alleen in de thuishaven, bemanningsleden in bepaalde functies kunt aflossen om te voorkomen dat ze te zwaar belast raken en te bevorderen dat de sfeer aan boord optimaal is. Zeker zo’n eerste stuurman, die (als ik afga op wat ik van Viktor weet) voornamelijk ’s nachts werkt én in z’n eentje… Daar is niet iedereen voor in de wieg gelegd. 

Inmiddels weet ik dat ik er niet ver naast zat. Eindelijk iemand op de brug – nog geen minuut hiervandaan – bij wie ik kan binnenlopen naar gelang het mij uitkomt, als ik om gezelschap verlegen zit of gewoon met een praktische vraag. Zonder dat ik van te voren tot tien moet tellen: zou ik niet storen, zou hij er een touw aan vast kunnen knopen, is mijn Engels niet te moeilijk en zo voort. Het zijn beiden Russen, hij en zijn voorganger, maar Viktor was helemaal vergroeid met dit schip en meer verwant met zijn moeder dan met de rest van zijn land, terwijl deze Alexander mijn buurman in een willekeurige lid-staat van de Europese Unie kon zijn. 

Al de eerste keer dat ik hem boven opzocht, liet hij zich gemakkelijk tot een praatje overhalen. Hij komt uit Siberië. Dus ik haalde meteen mijn Transsiberië Express uit de dagen van Gorbatsjov te voorschijn, maar kon me zo gauw geen enkele van de vele plaatsen onderweg herinneren. Dus dat schoot niet echt op en misschien had hij zelf nauwelijks herinneringen aan die tijd of wilde hij er liever niet aan worden herinnerd. 

Waarom zou ik hem trouwens aan de tand moeten voelen over politieke zaken? Stel je voor dat iemand hoort dat ik uit Nederland kom en me dan prompt gaat doorzagen over Wilders. Liever niet. Dat kan later altijd nog, als je elkaar wat beter kent. Genoeg zaken in het hier en nu, zoals het feit dat we al ter hoogte van Vigo zijn gekomen en dat hij eerder, toen we nog langs de Portugese kust voeren, wifi heeft gehad.

Privacyoverzicht

Deze site maakt gebruik van cookies, zodat wij je de best mogelijke gebruikerservaring kunnen bieden. Cookie-informatie wordt opgeslagen in je browser en voert functies uit zoals het herkennen wanneer je terugkeert naar onze site en helpt ons team om te begrijpen welke delen van de site je het meest interessant en nuttig vindt.

Strikt noodzakelijke cookies

Strikt noodzakelijke cookie moet te allen tijde worden ingeschakeld, zodat we je voorkeuren voor cookie-instellingen kunnen opslaan.