Alex. B-22

In mijn schrijfblok staan twee notities van vanmorgen vroeg, direct na het opstaan: It’s a long way to Tanger en À la recherche du temps perdu. Op zo’n moment weet ik vaak flarden van wat me in mijn slaap heeft beziggehouden en als ik die dan op papier zet, heb ik veel meer kans dat ik me later nog iets herinner van de context. Net als met dromen: als ik daar niet op tijd iets mee heb gedaan, heb ik er later niet of nauwelijks meer weet van. 

Beide referenties slaan op de tijd waarin de eerste wereldoorlog zich afspeelde én mijn ouders werden geboren. De eerste parafraseert een soldatenlied in Ierse toonzetting, dat vooral de Britse troepen destijds aankleefde en wereldwijd bekend werd onder It’s a long way to Tipperary

De tweede is de titel van de romancyclus, die Marcel Proust schreef in de periode 1908-1922. Ooit, toen ik een beetje sjoege van Franse literatuur had gekregen, begreep ik dat je daar toch wel een eigen oordeel over moest hebben. Maar om de een of andere reden wilde het alsmaar niet lukken er daadwerkelijk mijn tanden in te zetten. En toen ik eindelijk zo ver was – ik zie nóg al die deeltjes, in een soort pocketuitgave, vóór me in een kast staan – bleek ik niet eens bij machte één boek helemaal uit te lezen. In tegenstelling tot zo iemand als Céline, van wie ik niet alleen Reis naar het einde van de nacht verslonden heb. 

Wat niet wegneemt dat ik die kwalificatie (Op zoek naar de verloren tijd) heel erg op mezelf van toepassing acht. Ook nu weer, in de manier waarop dit scheepsjournaal tot stand komt. Ik graaf niet alleen in mijn eigen verleden, maar ook in dat van vele anderen, van mijn ouders en andere familie en de levens van allerlei beroemdheden tot collectieve voorouders en verdwenen beschavingen. Al op de lagere school las ik boeken over archeologie, schiet me nu te binnen. 

Er heerst aan boord, althans in de hoogste kringen, verwarring over het traject waarin we ons nu met z’n allen bevinden. Van Agadir naar Tanger, uitgesproken op z’n Frans zodat het rijmt met way in dat beroemde soldatenlied. 

Dat we op de terugweg Casablanca zouden overslaan was een uitgemaakte zaak, wist ik al bij het vertrek. Maar de duur van het hele traject zónder die plaats liet zich raden. De kapitein sprak in het begin van ‘overmorgen’, als de dag van aankomst in Tanger. Maar vandaag heeft de Chief Mate ofwel Viktor het opeens over vrijdag, dat wil zeggen nog drie dagen langer onderweg. 

In ieder geval zie ik de hele dag enkel en alleen zee om me heen en moet ik aannemen dat Tanger het voorlopig niet gaat worden. De dag schijnt trouwens vooral gereserveerd voor een extra grote schoonmaak. Met veel zeepsop, zodat ik moet uitkijken dat ik niet weer op mijn bek ga. 

Toen ik en passant van de kapitein hom of kuit wilde, haalde hij zijn schouders op. Met een blik die het midden hield tussen waar heb je het over en zoek je ruzie. Probeer daar maar eens hoogte van te krijgen en misschien moet ik dat ook helemaal niet willen. Mijn humeur knapt er niet van op, terwijl ik het sowieso nog een tijdje zal moeten uitzingen. 

Ik ben gewoon nieuwsgierig van aard, laten we het daar maar op houden. Anders had ik niet mijn leven lang rondgezworven en mezelf telkens weer nieuwe doelen en taken gesteld. Wat zou er in dit geval aan de hand zijn? 

Zo’n oceaan is de ideale dekmantel voor van alles en nog wat. Op het land van de continenten kun je tenminste ook letterlijk uit de voeten, wanneer je op zoek gaat naar de restanten van allerlei levensvormen, van dino’s tot zwarte dozen, maar in deze amorfe watermassa is daar geen beginnen aan. 

Zit het weer soms tegen – zonder dat ik daar veel van heb gemerkt – of speelt een ander natuurverschijnsel ons parten, zoals de intercontinentale warme golfstroom? Valt er te besparen op brandstofverbruik door langzamer te varen of spelen opdrachtgevers een rol, die willen dat we koers zetten naar andere havens?

Waarschijnlijk is niets zo veranderlijk en verraderlijk in het menselijk verkeer als de scheepvaart. Zelfs de ruimtevaart is daarmee vergeleken veilig en voorspelbaar, al is die vanwege de exorbitante kosten slechts voor weinigen weggelegd. Wie zich op zee begeeft moet bij uitstek zelfredzaam zijn. Lees of herlees wat dat betreft De oude man en de zee, waarin Hemingway haarfijn het samenspel van weer, water, tijd, leven en dood op scherp zet. 

Met man en muis vergaan zonder dat een haan naar je kraait is en blijft voor onbepaalde tijd een reële mogelijkheid. En dat geldt niet alleen voor solozeilers en smokkelaars. Hoeveel mensen in gammele bootjes zouden de afgelopen decennia ook hier, voor de kust van westelijk Afrika, hun graf hebben gevonden?

Privacyoverzicht

Deze site maakt gebruik van cookies, zodat wij je de best mogelijke gebruikerservaring kunnen bieden. Cookie-informatie wordt opgeslagen in je browser en voert functies uit zoals het herkennen wanneer je terugkeert naar onze site en helpt ons team om te begrijpen welke delen van de site je het meest interessant en nuttig vindt.

Strikt noodzakelijke cookies

Strikt noodzakelijke cookie moet te allen tijde worden ingeschakeld, zodat we je voorkeuren voor cookie-instellingen kunnen opslaan.