Alex. B-20

Sinds het ontbijt weet ik dat Agadir elk moment aan bakboord te voorschijn kan komen. Het zou wel eens de laatste haven kunnen zijn die we in Marokko aandoen. 

Van de vorige keer dat ik hier aankwam, ook per vrachtschip, kan ik me niet veel herinneren. Behalve de markt, een goed gesorteerde boekwinkel, lekker eten en de plaatsnaam in grote witte keien op een naburige heuvelrug. En veel nieuwbouw, als verwijzing naar de historische aardbeving van 1960.

Natuurlijk hoop ik ook nu weer dat we bijtijds in de haven zijn, des te groter de kans op toestemming om de stad in te gaan. Jammer dat ik André nog niet heb gezien, dan had ik alvast een balletje kunnen opgooien. Hij is de enige van wie ik mag verwachten dat hij er moeite voor doet, al staat hij zelf niet te trappelen om zich in dit land op glad ijs te begeven.

In plaats van te wachten tot laat in de middag, heb ik mijn dagelijks uurtje zweten maar eens naar voren gehaald bij wijze van afleiding. Met succes, want wanneer ik onder de douche vandaan kom, is de rafelrand van een stad aan de horizon al goed zichtbaar. Maar de tekenen dat het schip vaart mindert om rustig zijn beurt af te wachten blijven uit en dan is dé manier om als opvarende wijzer te worden een gang naar de brug. 

Ook daar geen André, wel Viktor. De loods komt eraan, zegt hij. En dan? Nee, het is nog niet te schatten hoe lang we in Agadir zullen blijven. In ieder geval is passagieren hier geen vaste prik, begrijp ik. Dus als ik per se van boord wil, moet ik het zeggen. 

Gezien mijn interesse bij voorgaande aangelegenheden zou hij langzamerhand kunnen weten dat passagieren voor mij geen bijkomstigheid is. Het zou me niet verbazen, als hij niet eens wist wat ik in Casablanca had uitgevreten. Dus wind je maar niet op, zeg wat je wilt. Luid en duidelijk! 

Al vóór het middaguur liggen we muurvast aan een grotendeels lege kade. De haven is sowieso veel kleiner dan die van Tanger en Casablanca. Maar het is wel midden in de stad en gelukkig werkt het weer ook mee. Ik heb bij aankomst zelfs een stuk strand gezien… Als dat zou kunnen.

Na de lunch loop ik van de mess alvast naar het kantoortje bij de ingang om mijn paspoort in ontvangst te nemen. Maar de deur is dicht. Buiten zie ik de loopplank klaar liggen én een man van de crew op wacht, maar de hijskranen op de kade staren lusteloos voor zich uit, als reusachtige vogelverschrikkers. 

Zonder paspoort kom ik nergens en of ik me weer voorbij die wacht aan de loopplank kan bluffen… In ieder geval stoot een ezel zich geen tweemaal aan dezelfde steen. Niemand komt mij hier uitsluitsel geven, dus ik zal het zelf moeten gaan halen. 

Deze keer op de brug André noch Viktor, wel kapitein Volodymyr Belenchuk. Het is buiten kijf dat ik hem eeuwig dank verschuldigd ben vanwege zijn handel in alcoholica, maar hij blijft toch zo ongeveer de laatste zeeman met wie ik mezelf in het gezellige havenkwartier zie doorzakken. 

Geen idee, of die bereid is als kapitein zijn gewicht in de schaal te werpen, als een hardnekkige passagier probeert zijn zin te krijgen. Maar wie niet waagt, die niet wint. Maak de zaak niet nodeloos ingewikkeld en verwijs gewoon naar Abdulrahman, zijn agent in Casablanca, die je onlangs zo goed heeft geholpen. 

Wij zijn allang klaar om aan de slag te gaan, krijg ik te horen. De agent ter plaatse zou nog langs moeten komen, maar doorgaans bemoeit die zich niet met werkzaamheden in de haven. Of de man in kwestie wel een rol speelt wanneer het gaat om passagiers zoals ik, weet hij niet zo goed. Is er dan geen kantoortje van de havenpolitie, waar ik langs kan gaan? Nee, daarvoor moet ik echt bij Viktor aankloppen. 

Terug naar beneden. Deze keer heb ik meer geluk: André en zijn directe baas tegelijkertijd. Goed dat u even langskomt, zegt Viktor, gaat u zitten.

Dat klinkt goed, dus ik reageer meteen met de vraag of hij ‘inderdaad’ iets voor me heeft kunnen regelen. Maar André wendt zich af en dan zie de bui al hangen. De Chief Mate windt er geen doekjes om. Ik moet weten, zegt hij, dat alles hier een beetje anders is dan in Casablanca. 

Of de agent ter plaatse er zelf niet aan mee wil meewerken of dat iemand anders er een stokje voor heeft gestoken, laat hij in het midden. Passagieren is hier niet toegestaan. Take it or leave it.

De boodschap komt niet geheel onverwacht, maar dat hij me het vuur zo na aan de schenen zou leggen… Laat ze allemaal maar de klere krijgen. Het hele zootje, de onnozelaars van het reisbureau in Berlijn net zo goed als de master met zijn officieren hier aan boord en de eventuele dienstkloppers aan de wal die van toeten noch blazen weten op de koop toe. 

Ik kan van alles verzinnen waarom ik hier destijds, jaren geleden, kon gaan en staan waar ik wilde en nu domweg tot huisarrest word veroordeeld. Maar dat kan me niet meer boeien, tegen onwil is geen kruid gewassen. 

Voor ik maak dat ik wegkom, probeer ik nog een blik van verstandhouding te wisselen met André. Maar die is gekluisterd aan zijn beeldscherm en ik kan me voorstellen dat hij dit gehannes liever aan zich voorbij laat gaan. 

Tijd voor een welverdiende siësta? Of eerst maar eens de was draaien die ik al dagen voor me uit schuif, omdat ik de vorige keer alles op mijn kamer en de overloop te drogen moest hangen. Blik op oneindig, verstand op nul. 

Ademloos als een voyeur die ogen te kort komt zit ik bij het vallen van de avond al minstens een uur op mijn favoriete dekplek, om – dichterbij dan ooit – het alsmaar doorgaand lossen en laden van containers te volgen. Voor het eerst deze reis kan ik duidelijk een kraanbestuurder zien zitten in de cockpit, waar je – lijkt me – nauwelijks je kont kunt keren. Hij zit ongeveer even hoog boven de kade als ik en soms hoor ik hem communiceren met collega’s of crewleden die een paar dekken lager aan het werk zijn. Op de kraan staat met koeienletters TEREX Gottwald, een van de namen die de Duitse machinebouw al vroeg in de afgelopen eeuw een grootse reputatie bezorgden en nog altijd garant staan voor kwaliteit. 

In dat opzicht is een haven als deze, gedomineerd door containervervoer, een toonbeeld van de onderlinge verhoudingen tussen staten en naties in de wereldeconomie. Van de herkomst van productiemiddelen zoals het zware materieel nodig om enigszins mee te draaien in die economie en de systematische uitwassen in de internationale handel tot en met lokale veiligheidsmaatregelen. 

Dit laatste drong overigens pas in tweede instantie tot me door, toen ik alles wat beter kon overzien. Om dat strand te bereiken waar onderweg naar de haven mijn oog op was gevallen, zou ik overal hier in de buurt minstens twee keer over een hoge muur of hek met prikkeldraad moeten klauteren. Het lijkt wel een Spaanse enclave, zoals in het noorden van het land.

En waarom elke container na zijn aankomst per oplegger op de weg parallel met het schip, voordat de kraan hem in zijn vier hoeken vastpakt en door de lucht meeneemt naar het ruim, door grondpersoneel aan de zijkant wordt geopend en opnieuw gesloten. Bij wijze van extra check op ongewenste passagiers, zegt onze ervaren Chief Mate in zijn eigen wijsheid.

Privacyoverzicht

Deze site maakt gebruik van cookies, zodat wij je de best mogelijke gebruikerservaring kunnen bieden. Cookie-informatie wordt opgeslagen in je browser en voert functies uit zoals het herkennen wanneer je terugkeert naar onze site en helpt ons team om te begrijpen welke delen van de site je het meest interessant en nuttig vindt.

Strikt noodzakelijke cookies

Strikt noodzakelijke cookie moet te allen tijde worden ingeschakeld, zodat we je voorkeuren voor cookie-instellingen kunnen opslaan.