Alex. B-13

Het is nog vroeg in de ochtend, de zon laat zich niet onbetuigd maar de oceaan is het meest aanwezig. Afrika zal pas na de volgende nacht verrijzen, als er niets tussen komt. De tweede week van mijn reis aan boord van de Alexander B loopt ten einde. Nu moet ik mijn draai hebben gevonden, anders kan ik het wel schudden. Tijd voor een tussenstand!

Heb ik de valse start kunnen goedmaken of loop ik nog steeds achter de feiten aan? Word ik geaccepteerd, getolereerd of gewantrouwd? Ga ik op deze voet verder of moet ik de bakens verzetten?

Hoofdzaak is dat ik de zee als toeverlaat, drijfveer, magneet, troost en zo voort heb teruggevonden. Al had ik – ogenschijnlijk – verdrongen dat ze me van tijd tot tijd ook kon ergeren en zelfs ronduit tegenstaan. Zonder die aantrekkingskracht zou ik de afgelopen dagen veel meer moeite hebben gehad met tegenslagen en ongemakken. 

Neem het gebrek aan communicatie met familie of andere bekenden, op wie ik in mijn dagelijks leven een beroep doe of kan doen. Of het feit dat ik er opeens in slaagde – naar het  coldturkeymodel in de verslavingszorg – mijn dagen te slijten zonder radio, televisie, internet, muziek en andere hedendaagse vormen van afleiding en vermaak. Dat moet ook met die zee te maken hebben. 

Ze is, denk ik, op een wonderbaarlijke én aanstekelijke manier, volkomen autonoom en daardoor stabiel. Constant zichzelf, niet van de wijs te brengen, grillig, verrassend, intrigerend, betoverend en – dat vooral – in beweging zodat je zowel individueel als in groepsverband wordt opgetild en in vervoering gebracht. Mijn zintuigen en gevoelens krijgen daar nooit genoeg van. 

Niettemin bleef er best wat te wensen over. Het stramien van het reilen en zeilen op de Alexander B ligt nu eenmaal vast. Drie keer per dag en op gezette tijden kunnen de opvarenden – zonder uitzondering  mannen – in de hun toegewezen mess terecht voor een maaltijd, twee keer voor een pauze. Eten is een kwestie van fysieke noodzaak, dus daar steek je zo weinig mogelijk tijd in. 

Aan de werktijden valt ook niet tornen, al kunnen die verschillen overeenkomstig de taakverdeling, rangen en functies. Vrijetijdsbesteding is in de regel een privéaangelegenheid, de vormen van samenwerking zijn minimaal.  

Ik dacht nog dat Russen de schaaksport een warm toedroegen, zoals ik ooit gewaarwerd op de trans-Siberische spoorlijn. Vergeet het maar. Ik informeerde in ‘mijn’ mess naar een schaakbord, maar werd verwezen naar een wahjongspel. Van boeken en lezers geen spoor te bekennen. Zelfs voetbal schijnt geen enkele rol te spelen, terwijl nota bene het Kaapverdisch nationaal elftal dit jaar hoge ogen gooide bij de Afrika Cup.

Viktor mag zich dan stelselmatig afbeulen in de gym en de deur mag altijd openstaan, in de middag wanneer ik kom fietsen heb ik altijd het rijk alleen. Toen ik de Chief Engineer die me bij de rondleiding in zijn domein een pracht van een pingpongtafel had laten zien, polste met wie ik daar een potje zou kunnen spelen, kon hij geen enkele naam noemen en had hij zelf even geen zin. 

Ik kan me vergissen, maar voorlopig zie ik om me heen vooral mensen die in het kader van de wereldmarkt tot elkaar veroordeeld zijn en blij genoeg dat ze elkaar de hersens niet inslaan. 

Wat er in al die koppen omgaat laat zich raden. Doe dagelijks niets anders. Ben van huis uit hartstikke nieuwsgierig en zit op het vinkentouw waar een persoonlijk contact mijn hart zou kunnen verwarmen. Al heb ik geleerd dat je zonder een flinke dosis empathie gauw bent uitgepraat.

Empathie van twee kanten! In deze omstandigheden wil ik best accepteren dat van mij een eerste handreiking wordt verwacht, maar ik krijg te vaak direct nul op het rekest of eindig met lege handen. Als een quantité négligeable, iemand die kan worden gemist als kiespijn. 

Of is dat te kort door de bocht? Verwacht ik te veel of heb ik te weinig geduld? Natuurlijk ben en blijf ik letterlijk van voorbijgaande aard en bovendien de rare snuiter die wordt teruggeworpen op zichzelf vanwege de culturele kloof, een atypische gevoelswereld,  wat dan ook. Je zit ermee in je maag of je neemt het op de koop toe. In ieder geval kan ik het niemand anders verwijten dan mezelf.

Na vijf rondjes in de wandelpas, door de gangboorden aan weerszijden van het ruim en langs het vooronder, geloof ik het wel en kan ik de verleiding niet langer weerstaan. Jammer dat het voordek met de trossen en ankerkettingen van boven en aan de zijkanten niet helemaal open is. Dat was de ideale plek geweest, zoals ik lang geleden op een wat kleiner schip – meer een kustvaarder – meemaakte. Ook in deze contreien trouwens, waar ik werd gebiologeerd door dolfijnen die bij de voorsteven opdoken om mij persoonlijk hun kunsten te laten zien. 

De lente aan de Noordzee was dit jaar vooral nat en mistroostig. Pas deze maand leek het te beteren en kwam ik weer eens uit de kleren op het strand. Wit wordt inderdaad nooit zwart, maar ik had wel jaren lang een lekker Afro-Caribisch kleurtje en dat wil ik niet helemáál verliezen. 

Heb deze reis al wel een paar keer, bij mij in de buurt, proef gezeten op een trap of stukje dek, maar veel verder kwam ik niet. De ideale plek om languit te liggen en niet te worden gestoord leek onvindbaar. Vandaag is het eindelijk volop zon, de frisse wind uit het westen is gaan liggen en hier vooraan is nog geen crew komen opdagen die over me zou kunnen struikelen. 

Het is zaterdagmiddag, dus de meesten zullen wel vrij zijn. En dat iemand hier voor zijn lol komt kijken, lijkt me uitgesloten. Maar comfortabel is anders, al is het gangboord breed genoeg. Volgende keer een handdoek meenemen, de ondergrond is anders veel te heet. Het T-shirt helpt wel, maar is te dun. Zou de zee altijd zo rustig zijn, als de zon schijnt? 

Ben, geloof ik, even buiten westen geweest. Of toch langer dan ik dacht? Zeker een half uur, niet gek voor een eerste keer. Het zweet is me uitgebroken, althans op het voorhoofd.  

Ik kom langzaam overeind en zie het wateroppervlak een paar meter lager langs glijden. De zon schijnt al aan zijn daling begonnen. Heb ik al een beetje kleur gekregen? Denk niet dat iemand daarom maalt, hier aan boord. De Oost-Europeanen blinken uit in bleekheid. 

Het is nog geen tijd om naar de gym te gaan. Kan beter teruggaan naar mijn hut en nog wat lezen. Hoe meer ik hier aan mijn lot word overgelaten, des te meer krijg ik de smaak te pakken van Alkibiades en zijn samenleving. 

Als gymnasiast heb ik natuurlijk meegekregen dat die Grieken onze intellectuele voorouders zijn, maar nu ik haast fysiek met een van hen optrek en meereis die Sokrates zijn grote liefde noemt,  heldhaftig is en begeerlijk voor vrouwen én mannen, democraat en politicus, staatsman en opperbevelhebber, maar ook vogelvrij verklaard en op 46-jarige leeftijd vermoord, krijgt dat idee een heel concrete vorm en word ik met huid en haar meegesleurd.

Privacyoverzicht

Deze site maakt gebruik van cookies, zodat wij je de best mogelijke gebruikerservaring kunnen bieden. Cookie-informatie wordt opgeslagen in je browser en voert functies uit zoals het herkennen wanneer je terugkeert naar onze site en helpt ons team om te begrijpen welke delen van de site je het meest interessant en nuttig vindt.

Strikt noodzakelijke cookies

Strikt noodzakelijke cookie moet te allen tijde worden ingeschakeld, zodat we je voorkeuren voor cookie-instellingen kunnen opslaan.