Alex. B-30

Twaalf dagen lang onafgebroken verstoken in het kloppend hart van een stalen gevaarte dat zich op hoop van zegen moeizaam voortbeweegt door zeeën en oceanen… Een atypische biotoop van 154×24,5×37 meter, waarvoor maar weinig soorten leven zijn uitgerust dan wel op voorbereid. 

Menige sterveling zou van minder stapelgek zijn geworden. Geen wonder dat mijn lichaam de afgelopen nacht weer begon te kreunen en te kraken en mijn hersens alle zeilen moesten bijzetten om erger te voorkomen. 

De avond had me nog in positieve zin verrast met de waarneming van een ondergaande zon aan stuurboord en het feit dat ik in de slaapkamer om tien uur (scheeps- en horlogetijd) wel kon lezen, terwijl het in de zitkamer te donker was geworden. Maar een uur later was het al weer gedaan met de ontspanning, toen ik eenmaal in bed lag en met zekerheid meende te kunnen concluderen dat het schip voor de zoveelste keer was vervallen in de drijfmodus.

Wat had het deze keer te betekenen? We waren, zo was me herhaaldelijk verzekerd, op weg naar Le Havre en dat ging verder dan de haven alleen! Mits er voldoende gegadigden waren, konden we namelijk rekenen op vervoer naar de stad. Eindelijk was er een verwachting bij gekomen in plaats van de grond in geboord. Alleen al de idee dat dit, door vertraging of wat dan ook, op losse schroeven kon worden gezet, was ondraaglijk. 

Ik moet toch weer zijn ingeslapen, maar ben daarna nog minstens twee keer bij bewustzijn geweest, zodat ik me met name een erectie en beelden van de oorlog in Palestina kan herinneren. Tot ik vroeg in de ochtend ontdekte dat we weer vaart maakten en, even later, het telefoonalarm me definitief het bed uit joeg. Redenen genoeg om beneden, bij het ontbijt, Sergey toe te vertrouwen dat ik me niet eerder zo gedesoriënteerd had gevoeld. 

“O, dat is heel normaal,” was zijn reactie, “daar heeft iedereen wel eens last van. Welcome on board!”

Ik sta op tijd buiten, aan de reling, om de loods te zien aankomen. Met een grote zwaai, in het felblauw met wit gekleurde decor van de Franse kust. Dit kan niet meer misgaan. Holadijee, krijg er per seconde meer zin in. Van top tot teen terug in Europa, in la douce France nog wel. Reken maar dat de haantjes er straks, verderop aan de Seine, een feestje van maken, op de Olympische Spelen. 

Sergey zei dat hij ook van boord wilde, want ze hebben hier nog een echte club die zich bekommert om buitenlandse zeelieden. Met een eigen winkel en een pendeldienst tussen de haven en de stad.

Het is bijna niet te geloven, maar een paar uur later zijn we inderdaad losgelaten en zitten we opeens in een busje, om in de vaart der volken mee te racen op een vierbaansweg richting centrum. En landen we tot mijn verrassing in een stille woonwijk, waar zich het centrum van de stad zou moeten bevinden. Het is pas juni, maar het lijkt wel augustus wanneer alle Fransen vakantie hebben en doorgaans drukke steden door toeristen zijn overgenomen. 

De winkel van de club laat ik vooralsnog met rust, als de plek waar ik eventueel op het laatste nippertje nog cadeautjes kan kopen. Sergey, die zelf kennelijk andere prioriteiten heeft, koppelt me aan een paar collega’s die hier eerder zijn geweest en hun zinnen hebben gezet op een zeker gerenommeerd winkelcentrum. Maar al gauw scheiden onze wegen zich, want het eerste het beste bouwwerk dat mij bezienswaardig lijkt gaan zij straal voorbij. 

Niet dat ik er meteen kapot van ben, maar als ik op een muur Oscar Niemeyer zie staan, gaat er een lichtje branden. De architect die met zijn aandeel in de plannen voor een compleet nieuwe hoofdstad in Brazilië wereldberoemd is geworden. Hij is een pionier in het gebruik van de mogelijkheden van gewapend bron, schrijft Wikipedia. Dat is aan dit reusachtig massief-wit gebouw in twee delen, genaamd Le Volcan en vooral bekend als stadsbibliotheek, heel goed te zien. De man zal hiermee niet direct veel populariteit verkregen hebben, maar het straalt wel uit dat de stad zich uit de puinhopen van de tweede wereldoorlog weer heeft opgericht. 

Pas na een eerste, vluchtige, bezichtiging dringt tot me door dat ik – gezien mijn slechte ogen – nogal lichtzinnig het gezelschap van de collega’s heb laten varen. Zonder enige persoonlijke herinnering aan de stad en niet eens een plattegrond op zak. En me in een nieuwe omgeving oriënteren met behulp van een smartphone heb ik nooit in de vingers gekregen. 

Gelukkig heb ik, volgens de beproefde methode van Klein Duimpje, goed in de gaten gehouden hoe we liepen. Dus als ik me niet al te ver van dit gebouw verwijder, kom ik vast wel weer uit bij de seamen’s club. Het zal niet de beste methode zijn om de algemeen erkende hoogtepunten van de stad af te werken, maar ik weet uit ervaring dat je à l’improviste ook de nodige ontdekkingen doet. Alsof een anonieme gids (in de cloud?) dan precies weet waar jij op uit bent.

Zo beland ik al binnen vijf minuten in een volstrekt willekeurige bank aan een niet minder willekeurige avenue, waar de baliemedewerker me verwijst naar een pinautomaat, die met me in het Nederlands begint te communiceren zodra ik mijn bankpas heb laten zien. 

Een andere voltreffer is trouwens de verrukkelijke boekwinkel met een vloeroppervlak van minstens 100×50 meter, waar ik uren zou kunnen doorbrengen en buiten kom met een schattig boekje voor mijn kleindochter van nog geen één. En tenslotte, in de naaste omgeving van de club, het nogal nieuwe gebouw dat op de heenweg mijn aandacht trok met het woordje marché en nu vráágt om nader onderzoek… Alleen de uitstalling van verse waren ademt nog iets van de bruisende kathedraal van gietijzer en glas in lood in het hart van de stad, waar iedereen iets te zoeken had. 

Ruimschoots op tijd terug in het clubgebouw, raak ik tijdens de keus van (ook letterlijk) passende cadeautjes aan de praat met een paar medewerkers die zich hier – begrijp ik – als vrijwilliger inzetten. Ze weten niet hoe ze het hebben, wanneer ik hardnekkig telkens opnieuw in het Frans begin. Dat zijn ze niet gewend en helemáál niet van een Nederlander. Waar ik dat in ’s hemelsnaam heb geleerd. O ja, Afrika?

Wanneer hun busje voor bemanning van de Alexander B weer klaar staat, dringt een van hen er zelfs op aan dat ik naast hem voorin kom zitten. Om verder te praten. Tuurlijk, waarom niet? 

Pas onderweg wordt me duidelijk, hoe ik de afgelopen weken los van de wereld ben geweest en ben ik de koning te rijk dat hij in nog geen twintig minuten de connectie weet te herstellen. Van zoveel markten thuis en een prima chauffeur bovendien: de juiste man op het juiste moment. Le Havre, enchanté!

Eén reactie op “Alex. B-30”

  1. Romeo avatar
    Romeo

    oh God
    “La douche France “: ” Het lieve Frankrijk”?, Dordogne of “Het zoute oude land?

    Mijn topografische kennis van Europa schiet te kort om te begrijpen waar jullie nou precies waren “aangemeerd”.

    Google schijnt mijn vraag ook lastig te vinden
    Help 😉

Privacyoverzicht

Deze site maakt gebruik van cookies, zodat wij je de best mogelijke gebruikerservaring kunnen bieden. Cookie-informatie wordt opgeslagen in je browser en voert functies uit zoals het herkennen wanneer je terugkeert naar onze site en helpt ons team om te begrijpen welke delen van de site je het meest interessant en nuttig vindt.

Strikt noodzakelijke cookies

Strikt noodzakelijke cookie moet te allen tijde worden ingeschakeld, zodat we je voorkeuren voor cookie-instellingen kunnen opslaan.