Wintertuinplein, 4 mei 2024
Psst…Lina,
Ruiken ze nog? Je weet wel. Die lelietjes-van-dalen! Witte klokjes, zeven of acht millimeter groot, aan een dunne gladde stengel met, meer onderop, langwerpige groene bladeren. Papa heeft ze donderdag beneden op de eettafel gezet.
Ja, ik was een dag te laat. Eigenlijk moet je die namelijk op één mei cadeau doen. Aan iemand die je heel lief, leuk of lekker vindt. Althans in landen waar ze dat soort dingen in ere houden, zoals België en Frankrijk. Maar hier is dat blijkbaar niet het geval, want ik heb me een ongeluk gezocht.
Ik ben er altijd weg van geweest. Niet alleen omdat ze er zo mooi en kwetsbaar uitzien – ze worden niet voor niets meiklokjes genoemd – maar vooral omdat ze zo speciaal ruiken. Daarom stond het voor mij als een paal boven water dat ik jou in je eerste meimaand daarmee moest verrassen.
Gelukkig schoot me een bloemist in de Breestraat te binnen, die me misschien zou kunnen helpen. En ja hoor, hij begreep me heel goed. Alleen had hij op dat moment geen bloemen staan. Maar hij wist wel een plek waar ik ze kon plukken.
In de buurt van een landgoed buiten de stad, dat ik goed kende van vroeger. Ik reed er zo op af: in de brede berm van een autoweg waar een fiets- en een ruiterpad doorheen liepen, en goed te onderscheiden van wat er nog meer groeide. Ik kon direct aan de slag en had al gauw een flinke bos, wat je noemt een ruiker. Een natte lap en elastiekje om het uiteinde van de stengels, rechtop in de fietstas en regelrecht jullie kant op. Missie volbracht!
Weet je dat je blij mag zijn, als je in de gemiddelde winkel of kiosk nog snijbloemen vindt met een uitgesproken lekkere geur. Toen ik klein was, leerde ik van mijn moeder bloemen onderscheiden naar hun geur en wist ik precies wat haar lievelingsbloem was.
Dat is later in rap tempo veranderd, omdat er bij het telen van nieuwe variëteiten niet of te weinig rekening mee gehouden werd. De kleur of vorm werd belangrijker gevonden dan de geur, vanwege de verwachte meeropbrengst.
Denk maar aan de roos, die nog altijd koningin van de bloemen wordt genoemd. Die is nu in allerlei maten en kleuren te koop, maar ruiken ho maar. Wat dat betreft kun je beter in de duinen op zoek gaan naar wilde roosjes. Die ruik je al op afstand. Heerlijk! En onthoud dat: ze zijn wittig en neigen vaak naar roze.
Als je straks een beetje kunt lopen, zou ik als ik jou was ook bij jullie in de tuin maar eens gaan rondkijken. Daar staat bijvoorbeeld nu al een seringenstruik te bloeien, zag ik toevallig. Met witte bloesem, probeer die maar eens!
Trouwens – en dan stop ik hoor – als daar nog geen lathyrus odoratus, ook wel reukerwt genoemd, is gezaaid, moet je die voor je verjaardag vragen. Een klimplant met zulke pastelkleurige fijn geurende bloemen dat je er je leven lang naar blijft verlangen, dus net als die meiklokjes,
je grootvader die nooit boer is geworden,
maar wel altijd ontzag voor de natuur heeft gehad.